1. d4 d5 2. Nf3 Nf6 3. c4 e6 4. Nc3 Bb4 5. Bg5 h6 6. Bh4
Bxf6 is het alternatief.

6… g5 7. Bg3 Ne4 8. Qc2
Pc6. Deze paardzet zorgt er voor dat zwart zijn c-pion niet snel kan opspelen. c6 of c5 was beter.
9. e3 h5
Zwart neemt het initiatief.
10. h4

Nxg3 11. fxg3 g4 12. Nd2

Misschien had wit hier passief moeten spelen gelet op de volgende zet van zwart door 12. Pg1 te doen. Als zwart dan de g3-pion aanvalt kan wit zijn paard van g1 naar e2 brengen en eventueel daarna naar f4.
12… Bd6
Misschien was Qd6 nog sterker.
13. O-O-O Bd7
Direct op g3 slaan lijkt beter. Nu kan wit 14. cxd5 proberen, bijvoorbeeld exd5; Nxd5 – Bxg3; Ne4.
14. c5 Bxg3 15. Nb5
Geen handige zet.
15… a6 16. Nc3 Bf2

17. Nb3 Bxe3+ 18. Kb1 Qf6

Wit kan niet veel beginnen tegen de dreigingen van zwart. De enige manier om de d-pion te beschermen is Ne2, maar dan kan zwart zijn stelling verstevigen met 0-0-0.
19. Qe2 Qf5+ 20. Ka1 Nb4

Dekt de loper indirect, wanneer wit Dxe3 zou spelen dan antwoordt zwart met Nc2+ en Nxe3. Maar het houdt ook een stukoffer in.
21. a3 a5
Misschien kon wit nu Nb5 proberen. Zwart kan dan Bxb5; Qxb5+ – Ke7; Qxb7 – Rfb8 met sterke aanval spelen.
22. axb4 axb4+ 23. Na2

Bf4
Qxa2 werkt niet: Kxa2 – Ke7; Qd3 en wit wint.
24. Qd3 Qf6 25. Kb1 e5

Misschien was Qc2 nu een optie: Bf5; Bd3 – e4; Be2 en zwart komt niet verder (op e3 komt weer Bd3).
26. Ka1 Ke7
Misschien kan wit nu Be2 proberen, om na Bf5 met de dame naar b5 te gaan en anders zijn toren van de h-lijn op de f-lijn te zetten.
27. dxe5 Bxe5 28. Qe3 Be6 29. Qd2 d4

Nu was Qxb4 nog een reële optie, bijvoorbeeld Rxa2+; Kxa2 – Ra8+; Kb1 – Bf5+; Bd3.
30. Bd3 Bxb3

31. Rhf1
Nu had Lb1 nog gekund maar ook dan slaat zwart op a2 met stukwinst: Rxa2+; Bxa2 – Ra8.
31… Rxa2+ 32. Kb1 Rha8
en wit geeft op, 0-1. Een mooie variant is nog: Kc1 – Rxb1+; Kxb1 – Ra1+; Kxa1 – Qa6+; Kb1 – Qa2+; Kc1 – Qa1 mat.